‘Ik heb een mail gestuurd naar m’n mentor,’ zegt Meisje 3. ‘We hebben nog nooit zo achterlijk veel werk van school gehad.’
‘Hoezo?’ vraagt de Fransman. ‘Je zit toch normaal gesproken ook van half negen tot drie op school?’
‘Ja, maar in de lessen doen we nooit iets. En nu geven de leraren ons ineens de hele dag door dingen te doen. Plús nog extra huiswerk.’ Ze slaakt een diepe zucht.
‘De rector kijkt zeker mee,’ zegt de Fransman.
‘Bij mij is het pas erg,’ mengt Meisje 1 zich in het gesprek. ‘Ik heb vrijdag om negen uur een tentamen waar je de hele dag over mag doen.’
‘Zo kan ik het ook,’ zegt Meisje 2. ‘Kan je lekker alles opzoeken. Dan haal je dus zó een 10.’
Meisje 1 schudt het hoofd. ‘Echt niet. Op de uni haal je nooit een 10.’ Ze aait Kat.
Spinnend wrijft hij zich tegen haar been.
‘Jij vindt het allemaal wel best, hè Dizzy?’
Dat klopt. Meisje 1 kent Kat goed. Er is deze dagen aandacht te over voor hem van de meisjes en de Fransman. Alleen al daarmee kan hij nog weer een jaartje ouder worden dan ’t Mens waarschijnlijk hoopt.
Meisje 2 maakt aanstalten om weer naar haar kamer te vertrekken.
Boven mag Kat niet komen, maar hij glipt wel eens stiekem de trap op, als de tussendeur per ongeluk openstaat. Dat vindt Kat een sport – de enige beweging waaraan hij binnen de muren van dit huis doet, en die momenten zijn zeldzaam. Het is zaak zich zo onopvallend mogelijk te gedragen, langzaam achter de bedrijvige mensen langs te sluipen, vervolgens zachtjes maar gezwind richting de trap te trippelen, en dan hopen dat het geluid van zijn nageltjes op de treden hem niet verraden.
Want o wee als ’t Mens erachter komt. ‘Hierrr jij, Beest,’ hoort hij haar dan de trap op komen denderen. Denkbeeldig steekt hij zijn tong naar haar uit en gaat onder haar bed zitten wachten. Pas als zij daar hard gaat staan stampen en tieren, plaatst hij zich in de startblokken, zet zich af voor een sprint, en roetsjt langs ‘t Mens heen. Met sprongen als die van een puma neemt hij de trap terug en komt met bonzend hart weer op de begane grond terecht. Op zijn eigen bankkussen moet hij de verdere dag bijkomen van zoveel kloekmoedigheid.
‘Heb jij ook zo veel huiswerk dan, dat je nu alweer naar boven moet?’ vraagt ’t Mens aan Meisje 2.
Die trekt haar schouders op. Het antwoord houdt het midden tussen ‘Ja’ en ‘Mwoa’.
’t Mens kijkt haar dochter na.
‘Netflix,’ fluistert Meisje 3. ‘Serietje, denk ik.’ Snel doet ze de tussendeur achter haar zus dicht.
#ikschrijfthuis