In sluippas beweegt Kat zich over de schuttingbalk. Hij overweegt een sprong te maken naar het kauwennest in de hoogte, waar het een gepiep van jewelste is als pa en moe Kauw om de zoveel minuten aanvliegen. Soms is het leuk om zichzelf voor de gek te houden, te doen alsof hij nog de sportieveling van weleer is.
Sinds gisteren zwemmen er zeven kuikens in de sloot. Een wandeling daarheen is ver, zo in zijn eentje, maar als hij wat jonger was geweest …
’t Mens houdt zichzelf op het sportieve vlak ook vaak voor de gek. Denkt dat ze nog een radslag kan maken, of een sprintje kan trekken zonder de volgende dag te vergaan van de spierpijn, há!
Zij breekt nu langzaam los uit een lange freeze-stand. Het verhaal waar ze het de laatste jaren zo vaak met de Fransman over had, verschijnt al over een paar weken in boekvorm. Ze heeft er de zenuwen over. Men is bezig met correctie- en zetwerk. Ze zou nog wat details kunnen aanpassen, en daarover denkt ze dan ook constant na, want 100% tevreden is ‘t Mens nou eenmaal nooit.
Best zielig als je zo bent, vindt Kat.
Kat is altijd tevreden. Bangig, dat wel, maar dat ligt aan zijn jeugd en daar weten ze op nummer 13 niks van, want toen woonde hij er nog niet. Dat deel houdt hij dan ook graag privé.
Het experiment van ’t Mens, de Vrouw met laptop, ’t Wijffie, de Madame loopt vandaag op zijn einde.
Vijfentwintig vindt ze een mooi getal. Ze wilde eens proberen te schrijven zonder plan, zonder verhaallijn en zonder ‘control’. Kijken wat zich zoal aandiende in tijden van corona.
Op een dag ging er een zwaan voor haar raam zitten en ‘t Mens pakte haar laptop op.
Voordat ze het wist, ontstonden 25 losse verhaaltjes waar toch enige lijn in bleek te zitten. Beslommeringen in coronatijd, in totaal bijna 8.000 woorden. Dat staat gelijk aan ongeveer een negende deel van een boek. Een boek schrijven in een jaar zou dus haalbaar moeten zijn, zeker als de lockdown voortduurt. Waarom heeft ze in vredesnaam zo lang gedaan over die eerste twee boeken?
Naar aanleiding van het experiment heeft ’t Mens zich iets zeer stellig voorgenomen: zij gaat de controle en haar eeuwige imposter syndroom voor eens en voor altijd achter zich laten.
‘Ik ga deze dagen denk ik maar eens met mijn volgende boek beginnen, jongens,’ zegt ze triomfantelijk.
Reacties blijven uit.
‘Gewoon eens kijken hoe d …,’ voegt ze wat voorzichtiger toe.
Meisje 2 kijkt op van haar mobiel. ‘Joh, doén,’ zegt ze. ‘Word je blij van, en als jij blij bent, zijn wij dat ook, mam.’
‘t Mens lacht dankbaar naar haar dochter en de overige huisgenoten, die lief hun duim opsteken.
Kat, die aan zijn dagelijkse wasbeurt bezig is, weet wat ze denken: ‘Leuk, moeders. Doe je best, we merken ’t allemaal wel.’
Met haar opruimplannen wordt het nu wel zeker helemaal niks meer, maar met dat nieuwe verhaal, wie weet…
‘Misschien ga jij boek 3 zelfs nog wel meemaken ook, hè, oud Kattenbeest,’ zegt ze. Met aandacht kriebelt ze hem achter zijn oortjes.