‘Vanavond zouden we naar Paradiso,’ zegt ’t Mens tegen de Fransman. Ze kijkt er een beetje sip bij.
‘Als alles achter de rug is, komt ie vast terug. En dan gaan we alsnog.’
‘Ik geloof niet dat ik hem ooit live heb gezien, … of misschien toch, in Tivoli. Soms begin ik dat soort dingen te vergeten,’ zegt ze. ‘Ik luisterde wel naar zijn muziek in mijn studentenkamertje, maar daarna ben ik hem een beetje uit het oor verloren.’
Ze zet een cd op. Als ‘t Mens eenmaal naar muziek begint te luisteren, weet ze niet meer van ophouden. Het volume moet hard. Ze verwacht dat iedereen de bands of orkesten waar zij van houdt op zijn minst net zo geweldig vindt als zij. Alleen bij de Fransman vindt zij tot op bepaalde hoogte gehoor, maar hij zit te vloeken boven z’n administratie en verdwijnt al snel naar boven.
’t Mens merkt niet meer wie er wel of niet in de kamer is. Ze is alleen, alleen met haar muziek. Soms zet ze een nummer wel vijf keer op repeat.
Meisje 1 en De Schoonzoon komen de kamer in.
‘Kan ‘t wat zachter?’ roept Meisje 1.
Kat opent één oog. Daarna het andere.
’t Mens danst en luchtdrumt, terwijl de gordijnen open zijn. Meisjes 2 en 3 zijn daar nooit zo van gediend, maar Meisje 1 is op een leeftijd dat ze de schaamte voor haar ouders voorbij is.
‘MAM!’ roept ze nogmaals. ‘Záchter graag! Djiezus.’ Ze stopt haar vingers in haar oren.
De Schoonzoon staat naast haar en glimlacht breed.
‘Is dit niet wón-der-schoon?’ roept ’t Mens boven de muziek uit.
Schoonzoon steekt een duim op.
‘Ja hè? Jij vindt het wél mooi, toch?’
Met grote ogen en opgetrokken wenkbrauwen knikt hij een snelle, onduidelijke knik.
‘Góed luisteren naar de tekst,’ instrueert ’t Mens met opgeheven vinger. ‘Waarschijnlijk herken je er wel iemand in.’
‘Ja ja, ik luister, ik luister,’ antwoordt De Schoonzoon gedwee.
‘Schijnheil,’ zegt Meisje 1 tegen haar vriend. Afwezig kijkt ze op haar mobiele telefoon.
Na een halve minuut dwaalt zijn blik af naar zijn eigen schermpje.
‘Laat ook maar,’ zegt ’t Mens. Ze grijpt naar haar koptelefoon. ‘Jullie hebben sowieso geen smaak.’
Kat slaakt een zucht.
‘Ik herken zelfs twee iemanden,’ zegt De Schoonzoon.
Maar dat hoort ’t Mens niet meer. En Meisje 1 evenmin.
#ikschrijfthuis