Niet lang nadat de quarantainetijd inging, had ik extra behoefte om te schrijven. Die dagen liep er een zwaan in de buurt van ons huis en op een ochtend ging ze voor ons raam zitten. Ze keek naar binnen en ik keek naar haar vanachter mijn raam. Nu ik in mijn vrijheid beknot werd, voelde ik des te meer hoe wij mensen maar een kleine bladzijde zijn in de geschiedenis van de aarde, en hoe we naar onze ondergang aan het toewerken zijn. Ik wilde wel eens zien wat de zwaan zag en over ons dacht, en begon een blog waarbij ik elke dag iets wilde schrijven. Iets aan de hand van een foto die François of ikzelf maakte van een dier in onze tuin dat ons gezin observeerde. Zou er nog aan noemenswaardigs in deze periode gebeuren dat de moeite van het opschrijven waard was?
#ikschrijfthuis
Zwaan (1)
Zwaan vindt dit een lekker plekje. Zo kan hij, of is het een zij, ongegeneerd naar binnen kijken. Sinds kort is er namelijk veel te zien op nummer 13, want iedereen is daar maar de hele tijd thuis.
En dus zit Zwaan hier de laatste tijd wel vaker. Als het tafereel saai wordt, bijvoorbeeld als er maar liefst zes mensen tegelijkertijd op de bank naar een scherm zitten te staren, houdt Zwaan het voor gezien en sjokt ie met z’n x-flapvoeten naar z’n matties in de sloot.
Gelukkig hangt er op de bovenverdieping van 13 nog wel eens een meisje uit het raam te kletsen met haar buurmeisje van nr 15, die ook uit haar raam hangt.
Zo hoort Zwaan nog eens wat. Dat de eindexamens niet doorgaan, en dat dat vet mazzel is.